Mooiste tijd van je leven Column Philip Walkate (‘93)
Op een Pa-Zonendiner wilde een vader nog wel eens roepen: ‘Geniet van je studententijd, dit zijn de mooiste jaren van je leven!’ Ik dacht altijd dat die vader dan na zijn studententijd niets leuks meer had meegemaakt en aan sommige vaders te zien was dat ook zo. Nostalgisch doen over de studentenjaren vond ik wat oubolligs hebben. Alsof het leven na je studie saai en voorspelbaar zou worden. Misschien was dat voor velen zo: een goede baan vinden, voor je pensioen gaan zorgen, dat was de opdracht die vele ouders meegaven. Het Leidse speelkwartier is over, nu het serieuze leven.
De Millennials van nu gaan met name voor een baan die ‘leuk’ is. Van jobhoppen kijkt niemand meer op en tussen het jobhoppen wordt vaak nog een Sabbatical/Quarter Life Crisis ingelast. Er is een overschot aan keuzemogelijkheden. Burn Out schijnt bij jonge dertigers vaak voor te komen. Om problemen te voorkomen zou ik op je CV in ieder geval niet zetten: Burn Out, maar Sabbatical, desnoods Quarter Life Sabbatical. Wat ook kan: In between Jobhopverlof. Typ ‘synoniem sabbatical’ in op internet en je krijgt: Opfrisverlof. Die houden we erin. ‘Hee, tijd niet gezien? Gereisd? Buitenland? ‘Ik was met opfrisverlof.’ ‘En, gaat het weer een beetje?’
De tijd dat studeren in Leiden een oase was voordat het echte leven begon is voorbij. Studeren moet sneller, de eisen zijn strenger. Tel daarbij Whatsapp, Instagram en Facebook op en je begint medelijden te krijgen met de drukke studenten van nu. Dit is geen vroeger was alles beter gezeur, hoewel dat natuurlijk het geval was. Dus een paar herinneringen aan die tijd.
De huislijn. (Opnemen: sjaarzentaak. Voordeel: je spreekt nog eens iemand die je niet kent). Ik herinner me goed een keer dat thuis de telefoon ging, de sjaars nam op en verder was het ruim drie kwartier stil. Daarna een klop op de deur: ‘Walkate, je oma aan de telefoon.’
Lang studeren. Ik herinner me iemand die steeds een vijf haalde voor strafrecht. Na de zesde keer dan toch maar naar de repetitor. En jawel, een ander resultaat: een vier. Of iemand die twaalf jaar over zijn studie deed, waarvan acht jaar over zijn scriptie en na zijn studie een goed idee had: promoveren.
Het bindend studieadvies zorgt ervoor dat je tegenwoordig in een andere stad moet gaan studeren als je tentamens niet binnen een bepaalde tijd haalt. Als dat vroeger was geweest waren al die briljante geesten niet als twaalfdejaars in Leiden maar in Amsterdam afgestudeerd. Dat geeft te denken: stuur niet iedereen meteen weg die wellicht iets later piekt.
In mijn tijd hadden we het oudste lid (toen ruim 40ste jaars) die een toelage kreeg van een tante of oom (of een andere weldoener) zolang hij studeerde. Afstuderen was natuurlijk geen optie.
De studententijd is misschien wel de mooiste tijd van je leven, misschien komt de mooiste tijd erna, maar het is wel anders geworden, en soms verlang je naar de zeeën van tijd, gezelligheid en ‘dat komt later wel tijd’. Op de bonnefooi door Leiden wandelen en iemand tegenkomen. De tijd dat je, zonder met een mobieltje gemaakte afspraak, elkaar begroette met: ‘What’s up?!’